André Tuink | 07-04-2022 | 4 minuten leestijd

Wat doet een woonbioloog?
woonbiologie en de gebouwde omgeving

Naast je fysieke huid en kleding zijn de kamers in je woning een soort derde beschermingslaag voor je lichaam. Een woonbioloog weet hoe je deze laag optimaal inricht voor jouw gezondheid. Vanuit een holistische visie kijkt hij of zij naar de relatie tussen de mens en zijn gebouwde omgeving.

 

Een woonbioloog gaat ervan uit dat het binnenklimaat van een huis of werkomgeving, geen negatieve invloed mag uitoefenen op de gezondheid of het welbevinden van de gebruiker.

 

Om een gezonde woning te creëren, onderzoekt een woonbioloog welke bronnen van invloed zijn op het leefklimaat. Zijn deze neutraal? Of veroorzaken ze stress en zijn ze ziekmakend? Maatstaf is een zo natuurlijk mogelijke omgeving, waarin de bewoners zich vitaal voelen.

 

Onderzoeken en adviseren

Veel woonbiologen zijn gespecialiseerd in technisch meetonderzoek naar de aanwezige straling in een woning. Straling verstoort letterlijk het gezonde leefklimaat in een huis.

 

Na het meetonderzoek brengt een woonbioloog de kwaliteit van het huidige binnenklimaat in kaart. Daarmee wordt zichtbaar gemaakt in welke mate dit binnenklimaat de gezondheid van de bewoners belast.

 

Meten van straling

 

Aansluitend aan het onderzoek geeft een woonbioloog individuele adviezen. Daarmee kunnen gezinnen een gezonde thuisbasis herstellen en hun balans hervinden. Een woonbioloog streeft elke  risicoreductie na.

 

Richtlijnen van de woonbiologie

De richtlijnen en vastgestelde normen van de woonbiologie zijn het uitgangspunt van alle metingen. De SMB-2015 (Standaard Meettechniek Baubiologie) geeft richtlijnen voor meetonderzoek in slaapvertrekken. Een woonbioloog gebruikt deze om te bepalen wanneer er een ongezonde situatie ontstaat voor het lichaam.

 

Geringe belasting voor het lichaam biedt een hoge mate van veiligheid. Extreem hoge belasting vraagt om een directe aanpak van de problemen om gezond te blijven of nog te kunnen herstellen van ziekte.

 

Woonbiologie en de gebouwde omgeving

In Nederland gebruiken we het woord woonbiologie of bouwbiologie voor de – in Duitsland ontwikkelde – leer van de Baubiologie. Dr. Anton Schneider (1931 – 2015) stelde wetenschappelijk vast dat het ontwerp, de locatie en de gebruikte materialen en apparatuur in huizen en gebouwen, een negatieve of positieve invloed kunnen hebben op de mens. In 1977 begon hij het Instituut voor Bouwbiologie en Duurzaamheid (IBN) om zijn leer met anderen te delen.

 

Woonbiologie is een breed vakgebied met twee hoofdrichtingen:
– gezond en duurzaam (ver)bouwen
– onderzoeken van reeds bestaande woningen of gebouwen op schadelijke bronnen voor de gezondheid en het welbevinden

 

Professionals in de woon – of bouwbiologie werken vanuit de holistische visie dat de mens en zijn leefomgeving met elkaar verbonden zijn.

 

25 richtlijnen van de bouwbiologie

Positieve verandering

Dat een ongezond binnenklimaat klachten kan veroorzaken voor de gebruiker, mag duidelijk zijn. Er komen in de media steeds meer berichten naar buiten over de gezondheidsrisico’s van straling in huis of op de werkplek. Daarnaast neemt de vraag toe naar duurzaam en gezond bouwen.

 

Net als woonbiologen zijn meer en meer mensen bewust bezig met positieve verandering. Ze willen hun leefomgeving gezond houden. De beste plek om te beginnen: je eigen woning.

 

 

Individueel advies om de kwaliteit van het leefklimaat in je woning te herstellen, is onderdeel van het 5-stappenplan van ATGT. Wil je hier meer over weten? Ontdek dan of het meet- & adviestraject iets voor je is.

Vertel me meer